Beisbroek Sint Andries
De oorsprong van het domein gaat terug tot Boudewijn met het Hapken, eerste graaf van Vlaanderen, die in het begin van de 12e eeuw het "Bencebruch" schonk aan de pas opgerichte abdij van Sint-Andries. Het gebied omvatte 115 ha vochtige gronden en moerassen
.
Zowat een eeuw later breidde de abdij haar bezittingen uit door aankoop van een 400 ha groot heidegebied, dat bekend stond onder de naam "Het Panneelveld". Dit veld vormde samen met Bencebruch één geheel en kreeg later de naam "Biesbroeck" of "Beisbroek" (= vochtig terrein
waar biezen groeien).
Dit vrijwel onontgonnen gebied werd door de Franse bezetter in 1798 gekonfiskeerd en openbaar verkocht. Zo kwam het Beisbroekdomein in handen van de families de l'Espée en van Outryve d'Ydewalle, die de ontginning van de heide inzetten. Tegen 1820 was nagenoeg alle heide in
akkerland en bos (naaldhout) omgezet.
Omstreeks 1830 bouwde J.Nieulant, een neef van baron de l'Espée, het huidige landhuis en legde errond het park aan.
Nadien resideerden er nog verschillende adellijke families, tot de stad Brugge in 1975 het domein aankocht en voor het publiek openstelde.Het 98 ha grote stadsdomein bestaat voor ongeveer de helft uit park en bos; de rest van het terrein wordt ingenomen door akkers, weiland en heide.
Het beisbroekkasteel werd ingericht als natuuredukatief centrum.
Het bos is opgebouwd uit loof- en naaldhoutbestanden (middel- en hooghout).
Overheerste vroeger het naaldhout met Douglasspar, Corsicaanse en Grove den, dan kiezen de beheerders vandaag voor meer inheemse loofbomen zoals Zomereik en Beuk. Tegelijk probeert men de natuurlijkheid van het bos te verhogen door veel dood hout te laten liggen en te streven naar ongelijkjarige bestanden.
In het beisbroekdomein zijn vooral park- en bosvogels goed vertegenwoordigd (o m Goudhaantje, Matkopmees, Zwartkop, Grasmus, Fitis, Houtduif, Grote en Kleine bonte specht, Boomkruiper,
Tuinfluiter, Torenvalk, Ransuil). De laatste jaren doken zelfs Zwarte specht, Boomklever, Bosuil en Buizerd op. Goed ingeburgerd is inmiddels de Eekhoorn.
Het gebied wordt overigens ook aangeprezen omwille van de grote verscheidenheid aan zwammen die men er in het najaar kan aantreffen.
Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een 2 ha groot heideveldje op een oude kapvlakte. Men tracht er door aangepast beheer (beweiding met geiten en schapen) het vroegere
heidelandschap te rekonstrueren. Typische heideplanten als Struikheide en Pijpestrootje koloniseerden inmiddels het terrein. Floristisch belangrijk is eveneens een heiderelikt langsheen de zuidgrens waar o m Grauwe dopheide voorkomt.
Langs de zuidoost rand sluit het Tudorpark aan.
Ligging:
aan de Diksmuidse Heerweg, Zeeweg en Doornstraat te Sint-Andries/Brugge
Oppervlakte: 98 ha
Eigenaar: Stad Brugge
Beheerder: Stedelijke Groendienst Brugge (050/31.33.97)
Toegankelijkheid: vrije toegang op wegen en paden - geleide bezoeken op aanvraag
Bron: Focus op groen Handboek van de natuurgebieden en wandelterreinen in West-Vlaanderen, Westvlaamse Vereniging voor de Vrije Tijd vzw, 1994
.
Zowat een eeuw later breidde de abdij haar bezittingen uit door aankoop van een 400 ha groot heidegebied, dat bekend stond onder de naam "Het Panneelveld". Dit veld vormde samen met Bencebruch één geheel en kreeg later de naam "Biesbroeck" of "Beisbroek" (= vochtig terrein
waar biezen groeien).
Dit vrijwel onontgonnen gebied werd door de Franse bezetter in 1798 gekonfiskeerd en openbaar verkocht. Zo kwam het Beisbroekdomein in handen van de families de l'Espée en van Outryve d'Ydewalle, die de ontginning van de heide inzetten. Tegen 1820 was nagenoeg alle heide in
akkerland en bos (naaldhout) omgezet.
Omstreeks 1830 bouwde J.Nieulant, een neef van baron de l'Espée, het huidige landhuis en legde errond het park aan.
Nadien resideerden er nog verschillende adellijke families, tot de stad Brugge in 1975 het domein aankocht en voor het publiek openstelde.Het 98 ha grote stadsdomein bestaat voor ongeveer de helft uit park en bos; de rest van het terrein wordt ingenomen door akkers, weiland en heide.
Het beisbroekkasteel werd ingericht als natuuredukatief centrum.
Het bos is opgebouwd uit loof- en naaldhoutbestanden (middel- en hooghout).
Overheerste vroeger het naaldhout met Douglasspar, Corsicaanse en Grove den, dan kiezen de beheerders vandaag voor meer inheemse loofbomen zoals Zomereik en Beuk. Tegelijk probeert men de natuurlijkheid van het bos te verhogen door veel dood hout te laten liggen en te streven naar ongelijkjarige bestanden.
In het beisbroekdomein zijn vooral park- en bosvogels goed vertegenwoordigd (o m Goudhaantje, Matkopmees, Zwartkop, Grasmus, Fitis, Houtduif, Grote en Kleine bonte specht, Boomkruiper,
Tuinfluiter, Torenvalk, Ransuil). De laatste jaren doken zelfs Zwarte specht, Boomklever, Bosuil en Buizerd op. Goed ingeburgerd is inmiddels de Eekhoorn.
Het gebied wordt overigens ook aangeprezen omwille van de grote verscheidenheid aan zwammen die men er in het najaar kan aantreffen.
Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een 2 ha groot heideveldje op een oude kapvlakte. Men tracht er door aangepast beheer (beweiding met geiten en schapen) het vroegere
heidelandschap te rekonstrueren. Typische heideplanten als Struikheide en Pijpestrootje koloniseerden inmiddels het terrein. Floristisch belangrijk is eveneens een heiderelikt langsheen de zuidgrens waar o m Grauwe dopheide voorkomt.
Langs de zuidoost rand sluit het Tudorpark aan.
Ligging:
aan de Diksmuidse Heerweg, Zeeweg en Doornstraat te Sint-Andries/Brugge
Oppervlakte: 98 ha
Eigenaar: Stad Brugge
Beheerder: Stedelijke Groendienst Brugge (050/31.33.97)
Toegankelijkheid: vrije toegang op wegen en paden - geleide bezoeken op aanvraag
Bron: Focus op groen Handboek van de natuurgebieden en wandelterreinen in West-Vlaanderen, Westvlaamse Vereniging voor de Vrije Tijd vzw, 1994